dinsdag 4 november 2014

Stage-opdracht 1

Bestaande les: Sientje (uit de methode ‘INgeBEELD’).

Voorbereiding
Context
Belevingswereld. Kleuters vinden het soms lastig om emoties adequaat en gematigd te uiten. Tijdens Kanjertraining wordt hiermee geoefend. Tijdens deze les wordt een herkenbaar voorbeeld getoond en wordt een emotie verwerkt in een verftekening.
Basisplan
Opdracht. Maak een boos schilderij.
Plak per leerling een blad vast op tafel. Maak, samen met de leerlingen, een mengsel van ‘boze’ kleuren plakkaatverf, zand en papiersnippers. Laat de leerlingen het mengsel (met behulp van een plastic mes) uitsmeren op het blad. Met stokjes wordt er gekrast in de verf, waardoor er witte sporen ontstaan in de tekening.

Randvoorwaarden. Benodigdheden: per leerling een (dik) blad om op te verven; plakband om de bladen vast te plakken; verschillende kleuren plakkaatverf; bord/kom om mengsel te maken; zand; papiersnippers/confetti; stokjes; plastic messen.
Receptie
/Oriëntatie
Introduceren
Beeldcultuur. De introductie vindt plaats aan de hand van een korte, postmodernistische, animatiefilm (duur: 5 minuten).

Beeldaspecten. Tijdens deze opdracht ligt de nadruk op het gebruik van kleur (laat leerlingen meedenken over wat ‘boze’ kleuren zijn), op het gebruik van vorm (laat leerlingen nadenken over welke vormen ‘boos’ heeft) en op textuur/structuur (er is, tijdens de productieve fase, een groot onderscheid tussen het mengsel en de witte lijnen).

Ontwikkelingsfasen. Kleuters bevinden zich in de fase van het ‘favoritisme’: een beeld is leuk als het aansluit op hun belevingswereld. Daar het uiten van boosheid aansluit op de belevingswereld van kleuters, verwacht ik dat zij de introductie van de les prettig vinden.

Informeren
Beeldbeschouwen. Toon de leerlingen de animatiefilm ‘Sientje’ (duur: 5 minuten). Observeer hun reacties (zowel verbaal als non-verbaal) en koppel deze terug. Vraag, na afloop, naar de reacties van de leerlingen. Wat zou er aan de hand zijn, dat Sientje zo boos is? Waaraan kun je zien dat Sientje boos is? Waaraan kun je zien dat Sientje niet meer boos is? Ben je zelf ook wel eens boos? Wat doe je dan?

Instrueren
Beeldend probleem. Maak een boos schilderij. Maak gebruik van grote, snelle, ruwe bewegingen.

Instructie. Samen met de leerlingen een mengsel maken:
·          laat hen nadenken over wat ‘boze’ kleuren zijn (of welke kleur de ‘boze’ kleur moet worden) en maak deze kleur;
·          voeg zand toe;
·          voeg kleine papiersnippers toe.
Laat de leerlingen vervolgens, met behulp van een plastic mes, het mengsel uitsmeren op het blad. Met stokjes wordt er gekrast in de verf, waardoor er witte sporen ontstaan in de tekening.

Technische doelen. Leerlingen kunnen een mengsel gelijkmatig en adequaat uitsmeren over het blad. Leerlingen kunnen, met behulp van stokjes, tekeningen maken in het mengsel.   
Productie
/Uitvoering
Observeren

Beeldend vermogen. Middels tekenen/schilderen kunnen leerlingen zich beter uiten dan middels taal. Ik observeer hoe de leerlingen boosheid uiten op het schilderij.

Begeleiden
Werkprocessen. Tijdens deze les is er zowel sprake van een traditioneel/ambachtelijk werkproces (namelijk, het gelijkmatig uitsmeren van het verfmengsel), als van een ontwerpproces (namelijk, het maken van de tekening middels krassen) en van een experimenteel proces (door gelijk te beginnen met het maken van het schilderij, zonder daar op voorhand langdurig over na te denken).

Afronden
Tijdsmanagement. De receptie/oriëntatie fase duurt ongeveer 15 minuten. De productie/uitvoering fase duurt ongeveer 10 minuten. De reflectie/nabeschouwing fase duurt ongeveer 5 minuten.
Reflectie
/Nabeschouwing
Nabespreken
Reflecteren. Reflecteer met leerlingen op de gemaakte schilderijen: is het gelukt om boze schilderijen te maken? Waaraan kunnen we zien dat het om ‘boze’ schilderijen gaat?

Beoordelen
Beoordelingscriteria. Het werkstuk wordt beoordeeld aan de hand van de volgende beoordelingsmatrix:

Niet
Twijfel
Briljant
Leerling heeft een idee wat een ‘boze’ kleur is.
0
1
2
Leerling gebruikt ‘boze’ vormen.
0
1
2
Leerling kan het mengsel gelijkmatig verdelen over het blad.
0
1
2
Het lukt de leerling om, in het mengsel, adequaat een tekening te maken.
0
1
2

Presenteren
Presentatievorm. De schilderijen worden in de klas gehangen. Gedurende een kring-moment wordt aandacht geschonken aan de schilderijen. De leerlingen die geschilderd hebben, mogen vertellen over de opdracht en het resultaat.
Evaluatie
Evalueren
Opdracht en randvoorwaarden. Na het uitvoeren van de les, reflecteer ik op de les.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten