Bestaande les: Sientje (uit de
methode ‘INgeBEELD’).
Voorbereiding
|
Context
|
Belevingswereld. Kleuters vinden het soms
lastig om emoties adequaat en gematigd te uiten. Tijdens Kanjertraining wordt
hiermee geoefend. Tijdens deze les wordt een herkenbaar voorbeeld getoond en
wordt een emotie verwerkt in een verftekening.
|
||||||||||||||||||||
Basisplan
|
Opdracht. Maak een boos schilderij.
Plak per leerling een blad vast op tafel. Maak,
samen met de leerlingen, een mengsel van ‘boze’ kleuren plakkaatverf, zand en
papiersnippers. Laat de leerlingen het mengsel (met behulp van een plastic
mes) uitsmeren op het blad. Met stokjes wordt er gekrast in de verf, waardoor
er witte sporen ontstaan in de tekening.
Randvoorwaarden. Benodigdheden: per
leerling een (dik) blad om op te verven; plakband om de bladen vast te
plakken; verschillende kleuren plakkaatverf; bord/kom om mengsel te maken; zand;
papiersnippers/confetti; stokjes; plastic messen.
|
|||||||||||||||||||||
Receptie
/Oriëntatie |
Introduceren
|
Beeldcultuur. De introductie vindt
plaats aan de hand van een korte, postmodernistische, animatiefilm (duur: 5
minuten).
Beeldaspecten. Tijdens deze opdracht
ligt de nadruk op het gebruik van kleur (laat leerlingen meedenken over wat
‘boze’ kleuren zijn), op het gebruik van vorm (laat leerlingen nadenken over
welke vormen ‘boos’ heeft) en op textuur/structuur (er is, tijdens de
productieve fase, een groot onderscheid tussen het mengsel en de witte
lijnen).
Ontwikkelingsfasen. Kleuters bevinden zich in
de fase van het ‘favoritisme’: een beeld is leuk als het aansluit op hun
belevingswereld. Daar het uiten van boosheid aansluit op de belevingswereld
van kleuters, verwacht ik dat zij de introductie van de les prettig vinden.
|
||||||||||||||||||||
Informeren
|
Beeldbeschouwen. Toon de leerlingen de
animatiefilm ‘Sientje’ (duur: 5 minuten). Observeer hun reacties (zowel
verbaal als non-verbaal) en koppel deze terug. Vraag, na afloop, naar de
reacties van de leerlingen. Wat zou er aan de hand zijn, dat Sientje zo boos
is? Waaraan kun je zien dat Sientje boos is? Waaraan kun je zien dat Sientje
niet meer boos is? Ben je zelf ook wel eens boos? Wat doe je dan?
|
|||||||||||||||||||||
Instrueren
|
Beeldend probleem. Maak een boos schilderij.
Maak gebruik van grote, snelle, ruwe bewegingen.
Instructie. Samen met de leerlingen
een mengsel maken:
·
laat hen nadenken over wat ‘boze’ kleuren zijn
(of welke kleur de ‘boze’ kleur moet worden) en maak deze kleur;
·
voeg zand toe;
·
voeg kleine papiersnippers toe.
Laat de leerlingen vervolgens, met behulp van een
plastic mes, het mengsel uitsmeren op het blad. Met stokjes wordt er gekrast
in de verf, waardoor er witte sporen ontstaan in de tekening.
Technische doelen. Leerlingen kunnen een
mengsel gelijkmatig en adequaat uitsmeren over het blad. Leerlingen kunnen,
met behulp van stokjes, tekeningen maken in het mengsel.
|
|||||||||||||||||||||
Productie
/Uitvoering |
Observeren
|
Beeldend vermogen. Middels
tekenen/schilderen kunnen leerlingen zich beter uiten dan middels taal. Ik
observeer hoe de leerlingen boosheid uiten op het schilderij.
|
||||||||||||||||||||
Begeleiden
|
Werkprocessen. Tijdens deze les is er
zowel sprake van een traditioneel/ambachtelijk werkproces (namelijk, het
gelijkmatig uitsmeren van het verfmengsel), als van een ontwerpproces
(namelijk, het maken van de tekening middels krassen) en van een
experimenteel proces (door gelijk te beginnen met het maken van het
schilderij, zonder daar op voorhand langdurig over na te denken).
|
|||||||||||||||||||||
Afronden
|
Tijdsmanagement. De receptie/oriëntatie
fase duurt ongeveer 15 minuten. De productie/uitvoering fase duurt ongeveer
10 minuten. De reflectie/nabeschouwing fase duurt ongeveer 5 minuten.
|
|||||||||||||||||||||
Reflectie
/Nabeschouwing |
Nabespreken
|
Reflecteren. Reflecteer met leerlingen
op de gemaakte schilderijen: is het gelukt om boze schilderijen te maken?
Waaraan kunnen we zien dat het om ‘boze’ schilderijen gaat?
|
||||||||||||||||||||
Beoordelen
|
Beoordelingscriteria. Het werkstuk wordt
beoordeeld aan de hand van de volgende beoordelingsmatrix:
|
|||||||||||||||||||||
Presenteren
|
Presentatievorm. De schilderijen worden in
de klas gehangen. Gedurende een kring-moment wordt aandacht geschonken aan de
schilderijen. De leerlingen die geschilderd hebben, mogen vertellen over de
opdracht en het resultaat.
|
|||||||||||||||||||||
Evaluatie
|
Evalueren
|
Opdracht en
randvoorwaarden. Na het uitvoeren van de les, reflecteer ik op de
les.
|
Geen opmerkingen:
Een reactie posten